Volgens de wet hebben beide ouders recht op omgang met hun kinderen. Elke ouder heeft een plicht om mee te werken aan de omgang met de andere ouder van je kind. Alleen als er zwaarwegende redenen zijn, kan een rechter de omgang van een ouder met het kind ontzeggen.

Ja, dat zou eigenlijk in de meeste gevallen moeten volgens de wet en om sociaal emotionele redenen. Als je kind niet wil gaan, dan is er iets aan de hand. Het is belangrijk dat je dit als ouder(s) bespreekt met je kind. Ga dus het gesprek met je kind aan en probeer erachter te komen wat hiervan de reden is. Soms zijn de redenen heel eenvoudig.

Als de andere ouder ergens woont waar de vriendjes en vriendinnetjes niet zijn, kan dat voor kinderen een reden zijn om niet naar de andere ouder te willen. Het is ook mogelijk dat het belangrijkste speelgoed van je kind niet bij de andere ouder ligt. Een kind kiest namelijk voor zichzelf. In de meeste gevallen kiest een kind niet voor één ouder. Kinderen zijn namelijk loyaal aan beide ouders. Een kind houdt van beide ouders en heeft ze beiden nodig.

Als de ene ouder het kind tegen de andere opzet, dan is er sprake van ouderverstoting. Dit is niet goed voor een kind. Een kind heeft namelijk recht op beide ouders. Jij kan als partner afscheid hebben genomen, maar weet dat de andere ouder voor je kind erg belangrijk is en blijft. Dwing je kind niet te kiezen. De gevolgen van ouderverstoting kunnen heel groot zijn. Denk aan psychische klachten zoals identiteitsproblemen, drugs- of alcoholmisbruik of het niet kunnen aangaan van relaties.

• Gun je kind ook de andere ouder.
• Stimuleer altijd het contact met de andere ouder.
• Praat respectvol over de andere ouder. Jullie kind draagt het dna van jullie beiden in zich. Als je kind zich identificeert met bijvoorbeeld de vader en moeder spreekt altijd slecht over vader, dan betrekt je kind deze kritiek ook op zichzelf. Het gevoel van eigenwaarde wordt hierdoor aangetast.
• Als je over de andere ouder praat, let dan ook op je lichaamstaal. Als je heel aardig over die andere ouder praat, maar je rolt met je ogen of hebt niet de bijpassende intonatie, kom je niet geloofwaardig over op je kind. Kinderen voelen dat feilloos aan.
• Loopt het contact van jou met de andere ouder stroef, blijf dan je best doen voor je kind. Jullie blijven samen de ouders met een belangrijke voorbeeldfunctie. Proberen jullie van een moeilijke situatie het beste te maken. Dan doet je kind dat later ook.
• Ga niet zielig doen en je opstellen als slachtoffer van de situatie. Je kind kiest in eerste instantie waarschijnlijk voor de ‘zielige’ ouder, maar dat kan na een tijdje precies het tegenovergestelde zijn.
• Gun je kind dat hij het leuk heeft bij de andere ouder en dat hij van die ouder mag houden. Een gelukkig kind maakt jou ook blij.

Een kind heeft beide ouders nodig. Wil je kind niet naar een andere ouder? Dan zijn daar redenen voor. Praat met je kind en zoek uit wat er aan de hand is. Vind je het lastig om met je kind in gesprek te gaan? Dan helpen wij jullie graag. Wij werken samen met diverse kindertherapeuten die ervaring hebben met dit soort kwesties. Het eerste consult is helemaal gratis. Neem gerust contact met ons op.