Hebben jullie kinderen? Dan heeft de ouder die het kind niet verzorgt een alimentatieplicht. Diegene stort geld voor de kinderen op de rekening van de ander. Wanneer jullie evenveel zorgen voor de kinderen, zijn er twee opties:

1. Bepaal samen wie van de ouders verantwoordelijk is voor de uitgaven van de kinderen
2. Open samen één kinderrekening waar jullie beiden geld op storten

Van deze rekening kopen jullie bijvoorbeeld kleding, cadeaus, hobby’s en andere benodigdheden voor de kinderen.

Het bedrag dat je aan kinderalimentatie moet betalen, hangt af van verschillende zaken. Ten eerste moeten jullie de kosten voor de kinderen bepalen. In veel gevallen is het niet duidelijk hoe hoog deze kosten zijn. Uit onderzoek blijkt dat de uitgaven voor kinderen samenhangen met:

1. Het netto besteedbare inkomen
2. Hoeveel kinderen er in het gezin wonen
3. Hoe oud de kinderen zijn

Op basis van dit onderzoek zijn de Tremanormen ontstaan. Hebben jullie zelf goed bijgehouden wat jullie aan de kinderen uitgeven? Dit is ook een prima uitgangspunt. In alle andere gevallen helpen wij jullie dit uit te rekenen. Ook wij maken hierbij gebruik van de Tremanormen.

Wat de kinderen per maand kosten, wordt ook wel de behoefte van kinderen óf het eigen aandeel van de ouders genoemd. Het gaat om de kosten die je als ouders van eigen middelen dient te betalen. Deze kosten worden verdeeld naar draagkracht.

Hoe je de kosten voor de kinderen verdeeld? Dit doe je door middel van een forfaitaire berekening. Dit is een soort fiscale vuistregel. 70% van wat je overhoudt ná minimale kosten voor het eigen levensonderhoud, is voor kinderalimentatie. Dit gaat vóór partneralimentatie.

Scheidende ouders schrikken regelmatig van dit bedrag. Dat begrijpen we. Tijdens het samenzijn werden de kosten naar evenredigheid van de inkomens verdeeld. Omdat je nu gaat scheiden, komen de kosten onder een vergrootglas terecht. Hierdoor kom je erachter hoeveel de kinderen daadwerkelijk kosten.

De berekening van de partneralimentatie is géén forfaitaire berekening. Je gaat uit van de minimale kosten voor levenshoud, de werkelijke woonlasten én de werkelijke ziektekosten. Hierna blijft een bedrag over. Van dit bedrag is 60% voor de kinder- en partneralimentatie. Van deze 60% draagkracht betaal je allereerst de kinderalimentatie. Daarna moet blijken of er nog draagkracht over is voor de partneralimentatie. Is er te weinig geld over voor de alimentatieplichtige? Dan hoeft diegene geen partneralimentatie te betalen.

Het is ook mogelijk dat de alimentatieplichtige na betaling van de partneralimentatie minder geld overhoudt dan de alimentatiegerechtigde. Dit is niet de bedoeling. De hoogte van de alimentatie wordt in dat geval naar beneden bijgesteld. Zo houden jullie onderaan de streep evenveel over. We noemen dit de jus-vergelijking.

De partneralimentatie wordt als volgt berekend. Na aftrek van de minimale kosten voor levensonderhoud, de werkelijke woonlasten én de werkelijke ziektekosten blijft een bedrag over. Hiervan is 60% voor de kinder- en partneralimentatie. De overige 40% is voor jezelf.

Kinder- en partneralimentatie berekenen is best lastig. Wij helpen jullie graag met een berekening. In deze berekening nemen we de inkomstenbelasting én bijbehorende heffingskortingen mee. We houden tevens rekening met een kindgebonden budget. Als je dit ontvangt, wordt je draagkracht namelijk groter én moet je naar verhouding meer bijdragen aan de kinderen. Niet alléén je inkomen is dus bepalend.

Gaan jullie scheiden en willen jullie meer informatie over alimentatie? Plan een gratis kennismakingsgesprek met één van onze deskundige mediators. Scheiden is lastig genoeg. Wij helpen.